Door Zijn verborgen leven heiligde en vergoddelijkte Jezus iedere menselijke act.

In mijn gebruikelijke toestand zei mijn altijd lieve Jezus me: “Mijn dochter, opdat de ziel zichzelf kan vergeten moet alles wat ze doet of moet doen, gedaan worden alsof Ik het wilde doen in haar. Als ze bidt, moet ze zeggen: “Het is Jezus die in mij wil bidden en ik bid samen met Hem” Als ze werkt: “Het is Jezus die wil werken; het is Jezus die wil lopen; het is Jezus die wil eten; die wil slapen, die wil opstaan, die Zich wil amuseren.” En het moet zo zijn voor alles voor de rest van haar leven, behalve voor fouten. Alleen op deze manier kan de ziel zichzelf vergeten. Want niet alleen wil zij alles doen omdat Ik het wil, maar omdat Ik het wil doen, zal ze me nodig hebben”

Nadien dacht ik tijdens mijn werk: “Hoe is het mogelijk dat Jezus in mij werkt terwijl ik werk en dat Hij dit werk wil doen?”

En Jezus: “Ik ben ’t werkelijk; het zijn Mijn vingers die in de jouwe werken. Mijn dochter, vernederde Ik Mijzelf niet, toen Ik op aarde was door met hout te werken, door spijkers in te slaan, door mijn voedstervader Jozef te helpen met zijn timmerwerk? En terwijl Ik dat deed, met die zelfde handen en vingers, schiep Ik zielen en riep anderen tot een ander leven. Ik vergoddelijkte alle menselijke handelingen. Ik heiligde ze en gaf ze stuk voor stuk goddelijke verdienste. Door de bewegingen van Mijn vingers riep Ik jouw vingers en die van alle andere schepselen op tot beweging. En als ik ze voor Mij zag werken, omdat zij wilden dat Ik deze acten verrichtte met hen, wilde Ik Mijn leven in Nazareth voortzetten in hen. En dank zij hen beleefde Ik a.h.w. de offers en vernederingen van Mijn verborgen leven opnieuw, terwijl Ik hun de verdienste van Mijn eigen leven aanbood.

Dochter, Mijn verborgen leven in Nazareth wordt niet gekend noch op waarde geschat door de mensen. Uitgezonderd Mijn lijden was er geen groter goed dat Ik kon verrichten. Door Mijzelf te vernederen al deze kleine dingen te doen die mensen doen in hun dagelijks leven, zoals eten, slapen, drinken, werken, het vuur aansteken, vegen – dingen die iedereen doet – bezorgde Ik deze zielen goddelijk geld van oneindige waarde. Want zoals Mijn Lijden hen verloste, zo verrijkte Mijn verborgen leven iedere menselijke handeling van hen, zelfs de onbelangrijkste, met goddelijke verdienste en oneindige waarde.

En terwijl jij werkt – omdat Ik wil werken – kijk hoe Mijn vingers in de jouwe werken. En op het zelfde moment dat Ik in jou werk, hoe velen brengen Mijn handen aan het licht in deze wereld? Hoe velen roep Ik tot leven en hoe veel anderen heilig, corrigeer en kastijd Ik? Jij bent dan ook hier samen met Mij om te scheppen, op te roepen, te verbeteren en zoveel meer. En aangezien jij niet alleen werkt, werk Ik ook niet alleen. Zou Ik je een groter eer kunnen bewijzen?”

Maar wie kan tot uitdrukking brengen wat Ik heb begrepen n.l. het goede wat iemand voor zichzelf en anderen kan doen door alles te doen omdat Jezus het wil doen in ons? Mijn geest begint het wat minder goed te zien en dus stop ik hier.